reportage> Kandidaat-rectoren kruisen degens in eerste debat
Een rector is geen manager/politicus (schrappen wat niet past)
Donderdagavond organiseerde de Studentenraad KU Leuven het eerste debat in deze verkiezingscampagne.
Het debat vond plaats in de gloednieuwe aula op de Vesalius-site. Het format was simpel: eerst stelden de kandidaten zich voor, vervolgens schoven ze elk twee stellingen naar voren waarover gedebatteerd werd. Moderator van dienst was ex-preses van VRG, Jonas Vernimmen, die met zijn gevatte oneliners de echte publiekslieveling van de avond werd.
Het zou de Studentenraad niet zijn als de stem van de studenten niet prominent aanwezig was. Dit werd gerealiseerd door een 'vertegenwoordigerstafel', waar onder andere LOKO-voorzitter Bram Van Baelen en oud-Sturavoorzitter Joris Gevaert zetelden. Zij probeerden als een ware 'googleman' stellingen te fact-checken, maar konden ook vragen stellen aan de kandidaten van het publiek, dat op Twitter heel aanwezig was en aldaar voor de vrolijke noot zorgde.
Sereniteit en waardigheid
Een debat tussen twee kandidaat-rectoren, beiden gepokt en gemazeld in het beleid van de universiteit, is altijd een beetje tricky. Om dergelijk debat inhoudelijk te houden, is enige techniciteit en dossierkennis vereist. Het debat mag anderzijds wel levendig zijn, maar het moet volgens het reglement wel voldoen aan ‘de hoge intellectuele en academische status van de universiteit’ en de kandidaten mogen zich niet wenden tot ‘het gebruik van niet-inhoudelijke argumenten en van alles wat de sereniteit en de waardigheid van de verkiezingen kan verstoren.’
Het is nog maar de vraag of dat gelukt is. Nog geen kwartier in het debat, werd Torfs plots, zonder duidelijke aanleiding, heel persoonlijk. Hij verweet dat Sels niet de man was om kritiek te uiten op het huidige beleid. Zo had de decaan als rectoraal adviseur integratie zelf veel in de pap te roeren en zou hij nooit met de vuist op tafel geslagen hebben tijdens de Academische Raad. 'Tenzij om hogere verloning te vragen voor de professoren van zijn faculteit.' Het zette meteen de toon voor de rest van het debat.
Oppositiestap
Torfs stelde zichzelf voor als een believer van vertrouwen en community building. Een rector moet verbinden, in plaats van zich bezig te houden met allerlei bestuurstaken. ‘Ik geloof niet in managementtrucjes’, verwees Torfs duidelijk naar zijn tegenkandidaat, al acht jaar decaan van de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (FEB).
‘Waarom wil ik rector blijven? Want eerlijk gezegd: ik zou het nooit willen worden’, liet Torfs optekenen, alsof dit niet zijn derde campagne is. ‘Omdat ik er ontzettend in geloof vanuit een visie op mens, student en universiteit.’
Luc Sels opende lachend met: ‘Ik ben dus die andere.’ Sels is inderdaad minder bekend, maar als decaan van een van de grootste faculteiten, heeft hij toch ook een fanbasis weten te creëren. ‘Dit is geen oppositiestap. Ik heb veel respect voor de inzet en de goede dingen die gerealiseerd zijn.’ Toch wil Sels meer gaan inzetten op internationalisering, integratie en inclusiviteit.
Opvallend was zijn antwoord op de vraag waarom hij rector wil worden. ‘Dat is een foute vraag. Dit draait niet rond mij.’ Een steek naar de huidige rector die zich graag in de spotlights begeeft?
'Ik ben meermaals gekarikaturiseerd als koele manager in dit debat'
Luc Sels
Koele manager
Sels mocht starten met zijn eerste stelling, die luidde: ontdek jezelf, interageer met de wereld. Sels weidde uit aan de hand van een powerpointpresentatie. Wellicht maakte die zijn concrete plannen duidelijker, maar Sels benadrukte er vooral mee dat hij niet over het retorisch talent van de huidige rector beschikt. Daar waar die laatste vanuit het hart sprak, kwam Sels soms houterig en schools over.
De FEB-decaan wil gaan voor een persoonsvormende, maatschappijgerichte en onderzoeksgedreven universiteit. We moeten volgens hem af van de ‘KU Leuven first’-retoriek en hoge internationale ambities koesteren. Zijn plan werd geconcretiseerd met eigen voorbeelden uit zijn faculteit.
Daarmee werd misschien wel de grote ervaring duidelijk waarover Sels beschikt, maar anderzijds versterkte het ook zijn imago van harde bestuurder, iets waar Torfs handig op inspeelde. Daar waar Sels benadrukte een bocht te willen inzetten zonder die daarom in volle vaart te nemen, verweet Torfs hem veel te zware organisatorische transformaties door te willen voeren. De beschuldigingen waren een constante doorheen de avond. ‘Ik ben meermaals gekarikaturiseerd als koele manager in dit debat’, beet Sels naar het slot toe. Torfs hield zich van den domme: 'Maar nee, maar nee!'
Orator pur sang
Torfs was natuurlijk zichzelf: een orator pur sang. Sappige anekdotes en knappe stijlfiguren bij de vleet. Zijn betoog klonk overtuigend, maar moest het vooral hebben van retoriek. Dat past bij Torfs’ imago van een rector die delegeert aan zijn vicerectoren en zelf vooral het publieke gelaat is van de universiteit.
Torfs benadrukte het belang van vertrouwen, subsidiariteit, dialoog en verbinding, maar ging zelden concreet in op hoe hij deze waarden bereiken wil. ‘Daar kan ik het moeilijk niet mee eens zijn’, probeerde Sels het gebrek aan inhoud te onderstrepen.
Het viel op dat Torfs kritiek volledig afwimpelde: ook bij het brede publiek bekende problematieken zouden volgens de rector onbestaande zijn. Hierdoor ging hij dus ook weinig in op wat beter kan, moet en zal gaan onder zijn vernieuwd rectorschap.
Een markante passage was toen hij beweerde dat studenten aanwezig mogen zijn op alle vergaderingen van het GeBu. Joris Gevaert kwam als fact-checker tussen en pareerde die uitspraak door te stellen dat studenten niet welkom zijn op de (informele) beleidsconclaven. Applaus uit de zaal volgde.
Het debat oogde professioneel en deed erg denken aan Amerikaanse presidentsverkiezingen
Jammer genoeg bleef het bij deze eenmalige tussenkomst, waardoor de vertegenwoordigerstafel haar mooie intentie niet verzilverde. Maar hoewel het debat te lang duurde en te veel thema’s aansneed, was het een geslaagde avond. Door de aula met blauwe sfeerverlichting te voorzien, gecombineerd met de vlekkeloze organisatie, oogde het debat professioneel en deed het erg denken aan de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
Ook aan een origineel intermezzo werd gedacht: Hans De Mey, tweemalig laureaat van de Interfacultaire Welsprekendheidstornooi van VRG, gaf een vermeldenswaardige rede over de universiteit en rector van zijn utopie. De Studentenraad legde, zoals een twitteraar opmerkte, de lat erg hoog voor de komende debatten.